Het ontstaan van Tai Chi Chuan (Taijiquan) – Jan Jaap Westerkamp
In oktober start er een nieuwe cursus in het CNGO, deze is verdeeld over vier trainingsdagen. Tijdens deze dagen wordt er een reis gemaakt door de geschiedenis van de zelfverdedigingskunst Tai Chi Chuan met de daarbij behorende filosofie en trainingen.
Tai Chi Chuan betekent ‘het hoogst bereikbare met de vuist’. De meesters van vroeger waren, ondanks hun vaak tengere postuur, grotere en sterkere tegenstanders de baas. Het geheim van hen was dat ze vrijwel allemaal een Wushu (Chinese krijgskunst) achtergrond hadden. Tai Chi Chuan is immers voortgekomen uit een samenvloeiing van twee Wushu-stijlen; de harde kraanvogelstijl (yang) en de zachte slangenstijl (yin). Hierop zijn ook de trainingen in de workshop gebaseerd, met als doel om de Tai Chi-principes in de praktijk te kunnen toepassen.
De volgende onderdelen worden tijdens deze workshops getraind:
- Tai Chi Shih de eerste vorm van Tai Chi, met stokjes
- Wushu basisvaardigheden standen, lopen, slagen, trappen en afweren
- Kraanvogelstijl voor focus en evenwicht
- Slangenstijl voor timing en souplesse
- Klemmen en grepen voor het ontwikkelen van het probleemoplossend vermogen
- Tai Chi-toepassingen om meer inhoud te kunnen geven aan de vorm
- Verenigde handen (Tui Shou) gevoelstraining in tweetallen
Docent: Jan Jaap Westerkamp
Data: zondag 27 oktober, 8 december, 26 januari, 1 maart van 10.00 tot 16.00 uur
Kosten: CNGO leden, Bocam studenten en SBB leden betalen € 280,-
Voor niet-CNGO leden is de prijs € 320,-