Met de verbreding van de Yang stijl is de Tai Chi Chuan (Taijiquan) in China tot een volksport uitgegroeid. We hebben dit voor een groot deel te danken aan Yang Lu Chan (1799-1872). Hij leefde als zoon uit een boerengezin op het platteland in de Hubei provincie. Hij was mager en klein, maar dol op martiale kunst. Yang leerde een harde Shaolin stijl.
Zijn leraar bemerkte Yang’s capaciteiten, maar zag dat hij spierkracht te kort kwam. Hij vertelde Yang over de stijl die de familie Chen beoefende. Geïmponeerd door het verhaal trok Yang naar het dorp Chen Chia Kou in de provincie Honan. Hij vroeg daar aan meester Chen Chan Hsin of deze hem wilde onderwijzen. Maar omdat Yang geen Chen was weigerde de meester hem. Zonder enige teleurstelling te tonen bleef Yang Lu Chan in het dorp en werkte daar op de boerderij naast de familie Chen. Hij bleef hopen op een gelegenheid dat hij geaccepteerd zou worden.
Na enkele jaren hoorde Yang midden in de nacht een geschreeuw. Het leek wel of hij mensen hoorde trainen. Snel rende hij naar buiten, klom over de muur en zag het gebouw van Chen waar ze tot laat aan het trainen waren. Yang scheurde wat rijstpapier dat diende bij wijze van glas in het raam en zag daar een groep van de Chen familie trainen.
Vanaf die dag was Yang iedere nacht paraat en terug op zijn kamer ging hij de technieken zelf oefenen. Misschien had meester Chan Chang Hsin het door, maar liet Yang zijn gang gaan. Enige tijd later werd Yang zelfs uitgenodigd om met enkele leerlingen van Chen te sparren. Hij versloeg al de leerlingen en Chen maakte voor de talentvolle Yang een uitzondering en begon hem te onderwijzen.
Na jaren keerde Yang Lu Chan weer terug naar zijn geboortestreek en leerde hij zijn dorpsgenoten de nieuwe gevechtskunst. Hij noemde zijn stijl Hua Chuan (neutraliserende vuist) of Mien Chuan (katoenen vuist). Hij reisde naar Peking en leerde zijn stijl aan de keizerlijke familie. Van familiestijl maakte Yang er een provinciale stijl van.
Yang die veel van vechten hield trok naar Noord-China en daagde alle grootmeesters uit. Na het verslaan van 18 meesters kreeg hij de titel “Yang de onoverwinnelijke”
Hieronder een artikel van de docent Marian Scherpenisse over deze oude Taijiquan Vorm:
“Ik wil je er al graag op attent maken dat we in september 2017 starten met een nieuwe lessencyclus van de oudste Yang Vorm in het CNGO.
Omdat we opnieuw starten bij deel 1 van deze vorm is het nu een goed moment om in te stromen. Voorwaarde is wel dat je de Korte Yang Vorm beheerst.
De Oude Vorm van Yang Lu Chan is een prachtige vorm die mijzelf veel verdieping heeft gegeven in de beoefening en beleving van de Tai Chi Chuan. We leren oa gebruik te maken van spiralen, het openen en sluiten en het gebruiken van de rug om de bewegingen krachtig en gevuld te maken. We gaan bezig met plotselinge ontlading van de qi in de Fa Jing. Mede daardoor wordt de vorm heel dynamisch om uit te voeren.
De Oude Vorm staat dicht bij de zelfverdediging. Door toepassingen in tweetallen krijg je niet allen een beter begrip van de beweging zelf, maar ook van de structuur en krachtsinzet van je eigen lichaam”.
Ervaringen van enkele cursisten:
Ervaring van Jan Boeren:
‘Door het beoefenen van de Yang Lu Chan-vorm ben ik me nog meer bewust geworden van het Yin en Yang in de Tai Chi. Mijn coördinatie en souplesse zijn verbetert en ik heb meer kennis en ervaring van de toepassingen van de bewegingen. Mijn moderne vorm is hierdoor rijker en gevulder geworden en de bewegingen worden sprekender en met meer gevoel. Kortom, een verrijking in alle opzichten, zeker door de fijne manier van lesgeven van Marian.’
Ervaring van Joris Boons:
‘Sinds ik deze vorm beoefen voel ik me veel krachtiger, zowel fysiek (mijn benen en mijn buik) als energetisch (vanwege de betere structuur in mijn houding). Ik sta daardoor veel steviger op de aarde! Mijn lenigheid/flexibiliteit is veel beter geworden door de uitdagendere bewegingen. Ook ervaar ik de balans tussen yin en yang beter door het gebruik van versnelde bewegingen. Doordat ik meer begrip heb gekregen van de martiale toepassingen, voelen de bewegingen sterker en meer verbonden.
De verkorte vorm van het CNGO heeft heel erg goed gedaan voor vergroting van mijn lichaamsbewustzijn, mijn ontspanning, mijn coördinatie en mijn balans maar deze oude vorm biedt mij naast alle vorige genoemde positieve aspecten het gevoel dat mijn bewegingen krachtig en gevuld zijn. Er zit kracht in, ook al worden ze zacht uitgevoerd.’
Vervolg van Marian:
“Wanneer je interesse hebt is het mogelijk om je eerst voor één ochtend in te schrijven. De cyclus bestaat uit 12 zondagochtenden van 10 tot 12.30 uur. De data zijn: 2017: 24 sept. ; 8 okt. ; 22 okt. ; 5 nov. ; 26 nov. ; 17 december 2018: 7 jan. ; 4 febr. ; 25 febr. ; 18 maart ; 8 april en 6 mei. De kosten voor de gehele lessen cyclus zijn € 300,– waarbij het mogelijk is om in drie termijnen te betalen”